Podcast

Levensliederen | Dag 26

Spreker ■ Martijn Rutgers

Beluister de preek

Direct

Download

Meer informatie

Dagelijkse podcast Levensliederen voor elke werkdag, vandaag Psalm 26

Levensliederen, dag 26
Welkom bij dag 26 van de podcast Levensliederen. Leuk dat je luistert!

Vandaag lezen we Psalm 26:
1Van David.
Doe mij recht, HEER, want zonder dwalen ben ik mijn weg gegaan,
op u, HEER, heb ik vertrouwd, ik wankelde niet.
2Doorgrond mij, HEER, en ken mij,
peil mijn hart en mijn nieren,
3want uw liefde staat mij voor ogen
en ik bewandel de weg van uw waarheid.
4Met bedriegers zit ik niet aan,
met huichelaars ga ik niet om,
5ik haat de kring van slechte mensen,
met wettelozen wil ik niet aan tafel.
6Ik zal mijn handen in onschuld wassen,
een rondgang maken om uw altaar, HEER,
7om een loflied aan te heffen
en van uw wonderen te verhalen.
8HEER, het huis waar u woont heb ik lief,
de plaats waar uw glorie verblijft.
9Verwerp mij niet met de zondaars,
met mensen die bloed vergieten.
10Aan hun vingers kleeft onrecht,
hun handen zijn met smeergeld gevuld.
11Maar ik ga mijn weg zonder dwalen.
Verlos mij en wees mij genadig.
12Mijn voeten staan op effen grond,
waar uw volk bijeen is, wil ik u prijzen, HEER.

En het vers van de dag is Psalm 26:8
'HEER, het huis waar u woont heb ik lief, de plaats waar uw glorie verblijft.' 

Waar woont God? Wist je dat elk jaar duizenden mensen een brief aan God sturen om zijn hulp te vragen? Het enige wat je op de envelop hoeft te schrijven is "Voor God, Jeruzalem". De postbode is dan volgens internationaal recht verplicht deze af te leveren bij een officieel kantoor in Jeruzalem. Een werknemer daar vouwt de brief dan klein en plaatst hem vervolgens tussen de grote stenen van de Klaagmuur (het enige nog overgebleven deel van de tempel)...

David houdt van God. En hij houdt van de plek waar God 'woont'. Natuurlijk is God alomtegenwoordig en kan geen enkele plaats zijn aanwezigheid helemaal bevatten. Maar in de tijd van David koos God ervoor om met zijn glorie (zijn heerlijke, heilige, liefdevolle en ontzagwekkende aanwezigheid) te verblijven in de tabernakel, waar de priesters namens het volk God konden ontmoeten.

Maar op een gegeven moment is David er niet langer tevreden mee dat God in de tabernakel (een tent) woont, terwijl hij zelf in een paleis woont. Hij wil een prachtige, majestueuze tempel voor God bouwen (2 Samuel 7: 1-2). Maar omdat David te veel bloed aan zijn handen heeft, mag hij dat niet doen. Zijn zoon Salomon wel. En zodra de tempel klaar is neemt God er zijn intrek (1 Koningen 8: 1-11). De tempel wordt Gods woonplaats, de plek waar zijn heerlijkheid tastbaar aanwezig is.

Je zou denken dat als God nu zo tastbaar onder z'n volk woont, ze wel extra dicht bij hem zouden gaan leven. Maar dat doen ze niet. Keer op keer keren ze hem de rug toe. Aanbidden ze afgoden van omringende volken. Laten ze de armen, weduwen en wezen in de steek, juist degenen naar wie Gods hart het meest uitgaat. Dus na vele jaren van waarschuwingen en geduld heeft God geen andere keus dan hen in ballingschap te sturen. En wordt de tempel door vijanden vernietigd.

De profeet Ezechiël beschrijft een visioen waarin hij dit ziet gebeuren. En op dat moment verlaat Gods heerlijkheid de tempel (Ezechiël 10:18-22). God is nu, net als zijn volk, 'dakloos'. Maar Ezechiël ziet ook een toekomstige tijd waarin Gods tempel herbouwd zal worden, en Gods heerlijkheid de tempel weer zal vullen (Ezechiël 43:4-5). En inderdaad, vele jaren later wordt er door Ezra en Nehemia een tweede tempel gebouwd. Maar dit is het grote mysterie: de Bijbel vertelt ons nergens dat God vervolgens terugkomt om in deze tempel te wonen. Hoe is dat deel van Ezechiëls profetie dan vervuld?

Daarvoor moeten we bij Jezus zijn. Want hij zegt: 'ik ben die tempel! Vernietig me en na drie dagen word ik weer herbouwd' (Johannes 2:19-22). Gods heerlijkheid woont volledig in Jezus. Daarom kan hij zeggen: 'Ik en de Vader zijn één' (Johannes 10:30) en 'wie mij heeft gezien, heeft God gezien' (Johannes 14:9). Dan sterft Jezus en staat weer op uit de dood en gaat terug naar de Vader in de hemel. Maar net voordat hij teruggaat, belooft hij ons zijn Geest te sturen, die onze innerlijke Helper, Trooster en Toeruster zal zijn...

En dit is precies wat er met Pinksteren gebeurt: de eerste leerlingen worden vervuld met Gods Geest. En meteen veranderen ze dramatisch: van een angstig en naar binnen gericht groepje in een onstuitbaar liefdesleger van Jezus, die overal waar ze komen zijn goede nieuws bekend maken.

Eerst woonde God in een stenen tempel. Toen in Jezus als levende tempel. Maar sinds Pinksteren woont God nu in ons, zijn kinderen. Wij zijn nu zijn tempel. (dit is wat 1 Korintiërs 3:16 en 6:19 letterlijk zegt). Is dat niet geweldig? Gods heerlijke aanwezigheid is nu altijd beschikbaar, omdat de almachtige God van hemel en aarde ervoor kiest om door zijn Geest in ons te wonen! Dichterbij kan hij niet komen.

Gebed
Dank u, God, voor het geweldige voorrecht om uw tempel te zijn! Dat u nu in ons wilt wonen en u uw heerlijkheid door ons aan de wereld wilt tonen. Dat wij nu iets van uw liefde, schoonheid en gerechtigheid mogen laten zien aan een gebroken wereld. U komt in ons wonen als we uit uitnodigen. U zult nooit bij ons inbreken, want u bent een gentleman. U klopt rustig op de deur van ons hart. Heer, we doen opnieuw die deur open voor u. Vul ons vandaag opnieuw met uw Geest, zodat we nog meer van Jezus mogen laten zien aan de mensen om ons heen. Amen!
 

Gerelateerd

| Mozaiek
Podcast Stille Week | Dag 5
| Mozaiek
Podcast Stille Week | Dag 4
| Mozaiek
Podcast Stille Week | Dag 3
| Mozaiek
Podcast Stille Week | Dag 2
| Mozaiek
Podcast Stille Week | Dag 1
| Martijn Rutgers
Levensliederen | Dag 40
| Martijn Rutgers
Levensliederen | Dag 39
| Martijn Rutgers
Levensliederen | Dag 38
| Martijn Rutgers
Levensliederen | Dag 37
| Martijn Rutgers
Levensliederen | Dag 36
| Martijn Rutgers
Levensliederen | Dag 35